Zoals velen wellicht weten ben ik een groot fan van de auto- en kart sport. Een mooie en veilige sport. Toch is gisteren – helaas – toch weer een dodelijk slachtoffer te betreuren. De Engelse autocoureur Dan Wheldon heeft het leven gelaten in Las Vegas.
Normaal gesproken zou ik er niet snel over schrijven, maar ik heb nu eenmaal dit blog en ik wil het toch even van mij afschrijven.
Het eerste wat ik mij – actief – kan herinneren als klein jongetje van de Formule 1 is een groot start ongeluk (ik geloof dat het Monza was) en dat daar een auto coureur overleed. Overgeleverd aan de vlammen. Zijn naam kan ik op dit moment niet boven water halen en het maakt ook niet uit.
Jaren later ben ik de sport actiever gaan volgen voor de televisie met mijn Vader. Mijn Vader was zelf ook een autosport fan en heeft zelfs nog eens meegereden met de Tulpenrally in 1970. Net voor mijn geboorte, dus de verhalen heb ik uit de ‘overlevering’.
Mijn vader was zich bewust van de risico’s. En toch liet hij mij – en mijn broertje – kennismaken met gemotoriseerde sporten. We gingen vaak karten. Daarnaast heb ik van mijn 8e tot 12e jaar motorcross gedaan. Vader stond dan actief aan de zijlijn aan te moedigen. En toen broerlief ooit zijn enkel zwaar kneusde omdat na een valpartij een andere crossmotor over zijn voet heen reed was hij uiteraard bezorgd. Maar nooit enig moment heeft hij echter ons verboden om de gemotoriseerde sport te mijden. Ja okay, het enige wat hij ooit zei: “Als jij ooit eens in een Formule wagen stapt breek ik je beide benen!’. Dat idee kwam uit de tijd dat een formule coureur vaak geen schijn van kans had in een ongeval. Kijk maar naar mensen als Ronnie Petterson, Niki Lauda en andere grootheden.
Zelf heb ik enige jaren terug voor het eerst mijn jongensdroom mogen laten uitkomen. Een eigen 390cc kart. Eindelijk had ik het geld en de middelen om zelf te gaan racen. Okay, het raceseizoen bestond uit een clubcompetitie op de kartbaan in Oldenzaal. Maar toch! Als het licht op groen ging was het toch – net als de Formule1 coureurs – op de eerste bocht af en maar afwachten of je er heelhuids doorheen kwam.
Dat gevoel kende ik ook nog wel van vroeger als er 30-40 motorcrossers worden losgelaten als het starthek valt en de 1e bocht opdoemt.
Doordat je ouder bent ben je van nature toch al voorzichtiger. Ik heb tenslotte een eigen bedrijf en verantwoordelijkheden. Dus zou ik vroeger gewoon “blind” een inhaal actie uitvoeren. Maar met het karten nam ik eerder gas terug als dat nodig was.
Toch ben ik geregeld het gras opgevlogen na een mislukte inhaalpoging of een uitwijk voor een ongeluk dat voor mij plaatsvond.
Daarom weet ik dat – als het moment daar is – en een crash vaak onafwendbaar is dat je niks meer te vertellen hebt. Je moet hopen dat je remmen functioneren. Daar dan verstandig mee omgaan, dus niet vol blokkerend. Kijken – in ‘a split second’ – of je kan uitwijken. Liefst zonder een collega coureur er af te rossen. Soms lukt dat, soms lukt dat niet.
Het lukte Dan Wheldon niet. 14 auto’s voor hem begonnen te botsen, glijden en sommige vlogen in de brand. Sommige zelfs vlogen over de kop. Alles wat mis kon gaan ging mis. En Dan Wheldon kon niet veel meer doen. Hij vloog er bovenop, overheen, kantelde en kwam ‘verkeerd’ terecht. Dat laatste klinkt ‘sarcastisch’ of ‘cynisch’ maar dat is het niet. De Formule 1 auto’s en hun Amerikaanse variant Indy cars (waarin Dan Wheldon in uitkwam) zijn onwijs veilig geworden de laatste 2-3 decennia. Daarom blijft het zo’n raar gevoel dat dan eens in de zoveel tijd er toch een dodeljk slachtoffer te betreuren valt.
Ook mijn goede vriend R. heeft jaren geraced. Formule auto’s. Die “sigaren” waar ik van mijn vader nooit in mocht. R. heeft zelfs in zijn klasse de 1e plaats in het kampioenschap behaald en mocht zich Nederlands Kampioen noemen. Dat heeft hij niet behaald zonder schade. Ook hij heeft best wel wat heftige crashes meegemaakt. “Stel je voor dat hij het niet overleefde!” schoot er dan door mij heen. Gisteren vroeg ik hem nog: “mis je het racen niet?” “Natuurlijk wel, maar voorlopig is het zo ook wel goed!” was zijn antwoord, “misschien over een paar jaar weer”.
Kortom ook bij hem blijft het kriebelen. Net als bij mij. Want ondanks alle negatieve en gevaarlijke kanten die auto- of kartsport met zich meebrengt blijft het toch een waanzinnig mooie sport.
Ik weet dat mijn Vader het nooit zou goedkeuren. Maar als ik de kans zou krijgen dan wil ik zo graag een keer een Formule wedstrijd rijden. Ook al zou het het laatste ding wat ik kon doen in mijn leven!
“Dan Wheldon (1978-2011) – R.I.P.”